Milieuactivisten rammen Japanse walvisvaarders

Volgens het bedrijf dat de Japanse walvisschepen exploiteert, hebben de actievoerders van de milieugroepering Sea Shepherd de walvisvaarders tot tweemaal toe geramd en bekogelden ze de opvarende Japanners met zuur. Sea Shepherd zou ondertussen zijn campagne tegen de Japanse walvisvaart in Antarctica gestaakt hebben "na een reeks riskante aanvaringen". Dat meldt de leider van de militante actiegroep, Paul Watson.

"Het risico dat iemand ernstig gewond zou raken bij de steeds heftigere confrontaties in het afgelegen gebied wordt te groot", vertelt Watson. Ondanks de aftocht noemde hij de afgelopen campagne een succes en kondigde hij voor het volgende seizoen een nieuwe campagne aan. Het Japanse ministerie van Visserij zegt de mededeling van Watson niet te vertrouwen en alert te blijven op een mogelijke terugkeer van de actievoerders.

Geweldescalatie
Het bedrijf dat de Japanse walvisschepen exploiteert, noemt de actievoerders terroristen en zegt dat zij verantwoordelijk zijn voor de geweldsescalatie. Volgens het bedrijf hebben de actievoerders tot tweemaal toe Japanse schepen geramd en hebben zij de opvarenden van de Japanse schepen bekogeld met flessen boterzuur, een stinkend goedje.

De actievoerders beweren dat zij de aanvaringen niet konden vermijden en dat zij op hun beurt door de Japanners werden belaagd met waterkanonnen, stukken metaal en een volgens Watson "militair" wapen dat geluidsgolven produceert die doofheid en misselijkheid kunnen veroorzaken.

Lekkernij
Japan wil dit seizoen 985 walvissen vangen. Commerciële walvisvaart is sinds 1986 verboden, maar de Internationale Walvisvaartcommissie staat toe dat walvissen voor wetenschappelijke doeleinden gevangen worden. Volgens tegenstanders zijn de Japanse wetenschappelijke expedities niet meer dan een dekmantel voor commerciële vangsten. Veel Japanners beschouwen walvisvlees als een lekkernij. (ap/adb)