Vlaamse tuinen tellen gemiddeld 44 tot 45 vogels

De Vlaamse tuinen tellen gemiddeld 44 à 45 vogels. Dat blijkt uit een voorlopige balans van de negende telling van tuinvogels op voederplaatsen.

Onder de noemer "Vogels Voeren en Beloeren" organiseert Natuurpunt al negen jaar een telling van tuinvogels. Van Maasmechelen tot De Panne maken natuurliefhebbers op vrijwillige basis een inventaris van de vogels die in hun tuin opduiken. Zo kan Natuurpunt de verspreiding en trends opvolgen.

Strenge winter
Naar de editie van dit jaar werd bijzonder uitgekeken, omdat de vogels de strengste winter moeten doorstaan sinds de telling negen jaar geleden voor het eerst plaatsvond. "Zo komt de appelvink en de kramsvogel regelmatig voor, terwijl de winterkoning, die heel gevoelig is voor de vorst, minder gesignaleerd wordt", legt woordvoerder Wim Van den Bossche uit.

Voorlopige balans
Tot dusver ontving Natuurpunt 25 procent minder tellingen dan vorig jaar op dit moment. De teller staat op 44 à 45 vogels per tuin, maar dat is volgens Van den Bossche slechts een voorlopige balans en is het nog veel te vroeg om definitieve conclusies te trekken. Dat zal pas binnen enkele weken kunnen, wanneer de laatste tellingen ontvangen en geanalyseerd zijn.

De vorige editie verzamelden deelnemers aan 'Vogels Voeren en Beloeren' waarnemingen van vogels in bijna 7.600 tuinen. Ze telden samen 293.635 vogels. (belga/eb)